Verhaal achter de reuzen Jan en Babs
Reus Jan van Tilloenk en zijn gemalin, reuzin Babs van Tilloenk werden pas gedoopt in 1976 n.a.v. de feesten ‘Tildonk Bloemendorp’.
Toen werd het verhaal gebracht dat Jan een nazaat was van de Antwerpse reus Antigoon die de reuzin alhier ontmoette in de bossen van de graaf….Jan & Babs van Tilloenk.
In de familie der reuzen was de eerste Goliath die kreeg ne steen en stierf in een bloedbad. Ging het met Antigoon, de bedwinger van de Schelde niet veel beter af, toen Brabo hem op de boksring aftelde, dan is het met onze reuzen veel beter gegaan en is over hen de volgende legende gedaan. Antigoon had ergens in Brabant een lief van groot ras en voor hij stierf zorgde hij ervoor dat zij in verwachting was. De afstammeling van ’t lief en dus van Antigoon, was onze reus, het is dus hunne zoon. En toen hij bij ’t graven van de vaart aan ’t werk werd gezet, zocht hij bij onze reuzin, die leefde in de bossen van de graaf, een beetje verzet. Het Tildonkse volk vergat die grote wezens tot ze in 1930 op de 100 jaar onafhankelijkheidsfeesten weer verrezen. Ze gingen toen in de stoet en nu nog zijn er die getuigen, dat de reuzin een schoon was, en de reus nogal ne ruige… In 1935 werden ze dan ’t laatst in Buken gezien en toen verdwenen ze weer, voor de oorlog misschien. Na 41 jaar van aftakeling en slijtage werden ze dan gevonden in ’t klooster op de bovenste etage. Ze werden dan geschoren en gewassen, gekamd en een zalfke op de krassen. Nageltjes geknipt en in een nieuw kleedje gezet, dan nog opgeblonken, zij ne sjaal en hij een pet. Zo werden zij, bijna voor eeuwig vermist, door de Tildonkenaren weer opgedist. TILDONK DORP BEGROET U ALLETWEE RUIKT NU MET UW GROTE NEUZEN TILDONKS BLOEMENZEE! (Dr. Karel Monden, 1976)